Heide

Grofweg is de heide in te delen in twee soorten: natte en droge heide. Op de droge heide vind je Calluna vulgaris (struikhei of zomerheide), terwijl op natte gronden juist Erica tetralix (dopheide) groeit. Samen met wat grassen en heesters vormen ze een bijzonder ecosysteem wat in ons land nog regelmatig voorkomt.

Door de stuifzanden die ontstonden door ontbossing in de Middeleeuwen en de latere bebossing om in hout te voorzien voor de mijnbouw, heeft de heide het vaak moeilijk gehad. Inmiddels zijn de gebieden in beheer van Staatsbosbeheer, de Vereniging Natuurmonumenten en de Provinciale Landschappen.

Bij ons op de Veluwe is met name struikhei te vinden. Dit kun je goed gebruiken in bloemstukken. Je kunt denken aan een stuk op gaas, een krans of een toef.

Let op: heide mag je niet zomaar plukken! Informeer dus bij lokale overheden waar en wanneer er geplukt mag worden. Je kunt het ook aanschaffen bij de bloemist.

Ook in veel tuinen is heide te vinden. Je ziet er Calluna vulgaris, maar ook Erica carnea en Erica x darleyensis (winterheide). Wanneer je de soorten combineert kun je dus lang van bloeiende hei in je tuin genieten. Heide heeft baat bij zure, droge grond. Het gaat dus om arme grond. Het liefst een plek met weinig beschutting zodat de wind kan voorkomen dat er schimmels groeien en het er zonnig is. Heide moet jaarlijks gesnoeid worden, om elke jaar weer bloei te geven. Let op dat je niet in het houtige deel van de stengels snoeit, de heide loopt dan niet meer uit.

You may also like...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *